Geschiedenis van Normandië – Prehistorie, Oudheid & de Val van het Romeinse Rijk
Huis · Beschikbaarheid · Boek nu · Contact · Locatie · Beoordelingen
Eerste publicatie: december 2025
Als je ooit door de Manche hebt gewandeld en dacht: “Het voelt hier zó oud,” dan zit je er niet ver naast. Onze stille weggetjes, moerassen, kliffen en glooiende velden dragen verhalen die veel verder teruggaan dan middeleeuwse abdijen of Vikingovervallen — die, laten we eerlijk zijn, vaak alle aandacht opeisen. Lang voordat Normandië “Normandië” werd, en millennia voordat de Normandiërs Engeland, Sicilië of welk ander aantrekkelijk gebied dan ook gingen veroveren, leefden hier al mensen: ze overleefden, bouwden, aanbaden en begroeven soms hun doden.
Van de Neanderthalers die ooit over de nu verdronken vlaktes tussen Normandië en de Kanaaleilanden trokken, tot de Gallische stammen die Coutances haar oudste identiteit gaven — de prehistorie van Normandië is indrukwekkend rijk. En het mooiste? Veel daarvan gebeurde gewoon hier, in de Cotentin en de bredere Manche.
Laten we dus door de tijd reizen — op z’n Manche. Geen droge handboekstijl, geen ellenlange voetnoten. Gewoon echte plekken, echte archeologie, en precies die diepgang die je volgende wandeling ineens een stuk epischer maakt. 🏞️
🌊 Toen Normandië nog geen kust had: de verdronken wereld onder Het Kanaal
Stel het je voor: het is het Paleolithicum. De zeespiegel staat extreem laag. Het Kanaal is geen zee, maar een enorme grasvlakte vol rivieren. Normandië en de Kanaaleilanden zijn niet gescheiden — ze vormen samen één gigantisch landschap dat nu onder water ligt. Archeologen zien deze regio tegenwoordig als één enkele culturele zone: geen twee verre kusten, maar één verbonden prehistorische wereld.
Grote onderzoeken op Jersey — vooral de diepe opgravingen bij La Cotte de St Brelade — tonen aan dat Neanderthalergroepen dit gebied meer dan 200.000 jaar lang gebruikten. Ze lieten vuursteen, jachtresten en diepe culturele lagen achter, opgebouwd tijdens enorme klimaatschommelingen.
In koude tijden kon je van Granville naar Jersey wandelen zonder natte voeten. Tijdens warmere periodes steeg de zee en vormde langzaam de kustlijn die we nu kennen. Maar wat er ook veranderde, de mensen bleven — telkens opnieuw aangepast aan hun omgeving.
Bijzondere vondsten uit de regio (die je blik op het verleden veranderen)
- La Cotte de St Brelade — een Neanderthaler-“supersite” met gigantische archeologische lagen.
- Opgeheven stranden & lössafzettingen — getuigenissen van oude zeespiegels en klimaatschommelingen.
- Verdronken artefacten bij Fermanville — paleolithische werktuigen die nu op de zeebodem liggen.
Voor prehistorische mensen lagen de Kanaaleilanden niet “aan de overkant”, maar vormden ze simpelweg de westelijke heuvels van een uitgestrekt land dat met Normandië verbonden was. Daarom passen deze vondsten perfect in het verhaal van de Manche.
🪨 De eerste mensen: jager-verzamelaars van het Paleolithicum
Na de Neanderthalers kwamen opeenvolgende groepen moderne mensen, die haardresten, werktuigen en zelfs voetafdrukken achterlieten. Het Rozel, in de Manche, bewaart nog steeds voetsporen die tienduizenden jaren oud zijn — alsof het verleden nog zacht genoeg was om in te stappen.
Verder westelijk toont de Magdalénien-site Les Varines (Jersey) de aanwezigheid van symbolische en artistieke culturen. Jagers trokken achter rendieren en paarden aan over vlaktes die nu permanent onder water staan. Stap voor stap gaven zij vorm aan wat uiteindelijk Normandië zou worden.
🏺 De Neolithische revolutie: landbouw & megalieten
Het Neolithicum veranderde alles. Landbouw, aardewerk, permanente nederzettingen — en vooral monumentale architectuur — verspreidden zich door Normandië. Geen tijdelijke kampementen meer, maar echte dorpen. Niet langer vluchtige rituelen, maar vaste plaatsen voor de doden.
In de hele Manche vind je sporen hiervan: lange grafheuvels, allées couvertes, gepolijste stenen bijlen, en soms grote stenen structuren die zich schuilhouden aan de rand van moderne velden.
🪦 La petite allée du Bois de la Plesse — Een neolithisch juweel bij Villedieu
Verborgen in de bossen bij Villedieu-les-Poêles (op een neolithische steenworp van het verblijf, in het gebied dat nu beroemd is om zijn kopergieterijen!) ligt de sfeervolle grafgang La petite allée du Bois de la Plesse. Klein, bescheiden, maar dragend aan zo’n 6.000 jaar menselijke geschiedenis.
Het monument werd opgegraven en bestudeerd door Bernard Edeine — een sleutelfiguur in de archeologie van de Manche. Hij had een bijzonder talent: landschappen “lezen” en vergeten structuren traceren, waardoor deze tombe opnieuw betekenis kreeg binnen een netwerk van neolithische monumenten.
Wat het monument voorstelt
- Een neolithisch grafmonument (ca. 3500–3000 v.Chr.).
- Een onderdeel van een bredere megalithische traditie in Normandië, Bretagne en de Kanaaleilanden.
- Een rituele plek én territoriale marker voor vroege landbouwgemeenschappen.
Wat Edeine aantoonde
Zijn onderzoek bracht uitgelijnde stenen, een ingang en sporen van een ooit groter bouwwerk aan het licht. Door instorting, erosie en steendiefstal is het monument tegenwoordig kleiner — maar het blijft duidelijk dat het doelbewust gebouwd werd voor rituelen en voor de doden.
Archeologen discussiëren graag of het een “allée couverte”, een “grafgalerij” of iets hybrides is. De waarheid? Neolithische bouwers werkten niet volgens een handboek; ze bouwden volgens hun geloof, hun gemeenschap en hun beschikbare stenen.
Zo ziet een bezoek er vandaag uit
In een stille open plek in het bos staan de stenen half verzonken, half rechtop — alsof het monument niet weet of het wil blijven of terug wil keren naar de aarde. Het is een rustgevende, bijna mysterieuze plek, typisch voor de Manche.
⛏️ De Bronstijd: grafheuvels, metaal & handel
De Bronstijd zorgde voor grote sociale verandering. Handel reikte verder dan voorheen, en bronzen werktuigen en sieraden duiken regelmatig op wanneer akkers worden geploegd. De Manche was geen geïsoleerde uithoek meer, maar een knooppunt tussen Bretagne, het Loiredal en zelfs de Britse eilanden.
⚔️ De IJzertijd: de Unellen nemen de leiding
In de IJzertijd was Normandië verdeeld in verschillende stammen. In de Manche domineerde de Unellen, met hun machtscentrum in het huidige Coutances.
Hun naam leeft voort: het plaatselijke college draagt nog steeds trots de naam “Les Unelles”.
Keltisch Normandië: het leven vóór de Romeinen
Lang voordat de Romeinen voet zetten in Noord-Gallië, maakte de regio die we nu Normandië noemen al deel uit van de bredere Keltische wereld. Niet de fantasieversie vol mist en druïden, maar een levendig netwerk van stammen die landbouw dreven, handel voerden, munten sloegen, enthousiast oorlog voerden en overal in het landschap versterkte nederzettingen bouwden.
De Manche behoorde tot de culturele sfeer van de Galliërs, waarvan taal, kunst, metaalbewerking en sociale structuren het dagelijks leven bepaalden. Deze Keltische gemeenschappen woonden in boerderijen rond versterkte heuvelsites — oppida — centra van handel, ambacht en verdediging. Een van de beste voorbeelden in onze regio is Mont Castre in de Cotentin: een hoog, goed verdedigbaar plateau dat ooit bruist van IJzertijdleven.
In heel Normandië omvatten de belangrijkste stammen de Unellen (onze eigen stam hier in de Manche), de Baiocasses rond Bayeux, de Lexovii bij Lisieux en de Aulerci Eburovices bij Évreux. Zij waren allerminst geïsoleerd: ze dreven handel met Bretagne, de Loire en de Britse eilanden — waarbij ze metaalwerk, pottenbakkerskunst en ideeën uitwisselden lang voor de komst van Rome.
Kortom: IJzertijd-Normandië was geen rustige uithoek die op “romanisatie” wachtte. Het was al een levendige Keltische wereld met een eigen identiteit — een identiteit die de regio nog eeuwenlang zou vormen.
Ze bouwden versterkte nederzettingen zoals het oppidum van Mont Castre, dreven handel, produceerden munten en namen deel aan de Gallische weerstand tegen Julius Caesar. Hun nederlaag betekende niet het einde van hun identiteit, maar het begin van een nieuwe Romeinse fase.
🏛️ Romeins Normandië: wijngaarden, wegen & een nieuwe wereld
Na Caesars verovering werd Normandië opgenomen in de Romeinse wereld — en dat was duidelijk zichtbaar. Steden groeiden, villa’s verschenen in het landschap, aardewerkproductie nam toe en handel bloeide.
🍇 Ja, de Romeinen maakten wijn in Normandië
Anders dan de moderne overtuiging “Normandië = cider”, verbouwden de Romeinen hier daadwerkelijk wijnstokken — zelfs rond Constantia (het Romeinse Coutances). Het klimaat was toen iets warmer en archeologische vondsten tonen:
- plantkuilen voor wijngaarden,
- wijnamforen,
- opslagstructuren die passen bij wijnproductie.
Dus als iemand beweert dat Normandië “geen wijn kan maken”, kun je verwijzen naar de Romeinen die het al duizenden jaren geleden deden — zonder tractoren of weerapps.
🛣️ Romeinse wegen die je vandaag nog kunt rijden
Het Romeinse wegennet veranderde de regio voorgoed. Eén prachtig voorbeeld is de Route de Gavray vanuit Coutances: kaarsrecht, typisch Romeins én nog steeds een heerlijke rit.
Deze wegen verbonden steden, havens, markten en villa’s, en maakten van de Manche een levendig deel van het Romeinse rijk.
⚡ Toen Rome uiteenviel: wat de val van het rijk betekende voor Normandië & de Manche
Rome viel niet in één dramatisch moment — geen keizer die over zijn toga struikelde en per ongeluk het rijk meesleurde. Tussen de 3ᵉ en 5ᵉ eeuw viel de macht langzaam, bijna in slow motion, uit elkaar. En in gebieden zoals Normandië werd dat verval op heel tastbare, heel lokale manieren gevoeld.
Tegen het einde van de Romeinse tijd worstelde het rijk met zichzelf: financiële problemen, politieke moorden, burgeroorlogen, invallen van buiten, overbelaste grenzen en een leger dat steeds vaker bestond uit “vrienden” die soms plotseling vijanden werden. Vooral de westelijke provincies — waaronder Noord-Gallië — kregen het zwaar te verduren.
Hoe dat eruitzag in de Manche
Hier, in wat later Normandië zou worden, kwam de neergang van de Romeinse autoriteit niet met vuurzeeën of geplunderde steden (Hollywood heeft ons voorgelogen). Het begon langzaam: belastinginners kwamen niet meer, soldaten werden niet afgelost, wegen raakten in verval, markten werden kleiner en villa’s die ooit schitterden begonnen te verwaarlozen.
- De Romeinse administratie verdween — lokale elites moesten het bestuur overnemen.
- Handelsroutes verzwakten — er stroomden minder goederen door Constantia (Coutances).
- Militaire bescherming nam af — kustverdediging werd onregelmatig en soms afwezig.
- Bevolkingen trokken weg — naar het binnenland of naar beter verdedigbare plekken.
Maar het leven stortte niet in. Het veranderde. De bewoners van de Cotentin en de Manche pasten zich aan — zoals ze altijd hebben gedaan. Ze hergebruikten Romeinse gebouwen, herinrichtten boerderijen en creëerden nieuwe lokale machtsstructuren gebaseerd op landbezit in plaats van keizerlijke titels.
Het einde van Rome, het begin van Normandië
Terwijl het rijk zich terugtrok, kwamen er nieuwe culturele invloeden vanuit het noorden en oosten. Germaanse groepen — waaronder Saksen en Franken — vestigden zich in de regio. Vaak ging dat niet gepaard met geweld, maar met langzame migratie, huwelijken en stille nederzettingen.
In de 5ᵉ eeuw was de Romeinse wereld in de Manche veranderd in een lappendeken van lokale machtsgebieden, versterkte boerderijen en verschuivende allianties. Het nette Romeinse stratenplan maakte plaats voor iets organischers — een landschap van opkomende micro-identiteiten.
Dit kwetsbare wereldje zou later de Scandinavische nieuwkomers ontmoeten. De Normandiërs — die de regio uiteindelijk hun naam gaven — erfden een land dat gevormd was door eeuwen van Romeinse orde en eeuwen van post-Romeinse wanorde.
Wanneer je vandaag een Romeinse weg ziet die kruist met een middeleeuws pad, of een boerderij gebouwd op de fundamenten van een Romeinse villa, sta je precies op de plek waar Rome losliet — en Normandië begon.
🌬️ Na Rome: Saksen aan de Normandische kust
Toen het Romeinse gezag verdween, ging de kust van Noord-Gallië — inclusief de Manche — een nieuwe en complexe fase in. In dat machtsvacuüm verschenen Saksische groepen: soms als plunderaars, soms als huursoldaten van wankelende Romeinse commandanten, en soms als kolonisten op zoek naar vruchtbare kustgrond.
In de 4ᵉ en 5ᵉ eeuw was de “Saxon Shore” een echt geopolitiek gebied, een netwerk van verdedigingen dat zich uitstrekte van Brittannië tot Noord-Gallië. De Normandische kust, vooral de Cotentin, maakte deel uit van dit systeem, met wachttorens en kleine garnizoenen die probeerden (soms vergeefs) om zee-invallen tegen te houden.
Maar de Saksen waren niet alleen bedreigingen — ze werden ook buren. Sommigen vestigden zich vreedzaam langs de kust, trouwden met gallo-Romeinse families en brachten Germaanse plaatsnamen en culturele gebruiken in de regio. Deze vroege migranten vervingen de lokale bevolking niet, maar voegden een nieuwe laag toe aan een al complex landschap.
Tegen de tijd dat de Scandinaviërs in de 9ᵉ eeuw arriveerden, was Normandië allang niet meer uitsluitend “gallo-Romeins”. Het was een mengvorm geworden: Keltische wortels, Romeinse erfenis, lokale veerkracht en nu ook Saksische invloeden. In zekere zin bereidden de Saksen de kust voor op wat de Vikingen later zouden doen — door handel, verdediging en vestigingspatronen te veranderen.
Het landschap dat de toekomstige Normandiërs zouden erven, was al multicultureel, meertalig en gelaagd — gevormd door eeuwen van geleidelijke verandering.
🌿 Een landschap dat zijn geschiedenis draagt
Gasten van ons verblijf zeggen vaak: “Het voelt hier echt oud.” En ze hebben gelijk. Onder elk weiland ligt een verdwenen wereld. Onder elk bospad liep duizenden jaren geleden al iemand.
De Manche is niet alleen mooi — ze is diep historisch. De prehistorie van Normandië legde de basis voor de abdijen, de Romeinse steden, de Normandische hertogen en zelfs de Vikingen die later zouden komen.
Lang voor Willem de Veroveraar, Rollo de Viking of Mathilde van Vlaanderen leefden, bouwden en geloofden de mensen van de Manche al in dit landschap.
Daar begint het verhaal van Normandië. 🌿
